Het gemeentebestuur Mol blijft bij private verkavelaars en projectontwikkelaars van appartementsgebouwen ijveren om bij grotere projecten 10% van de woongelegenheden als sociale woning te voorzien. Met deze beleidsbeslissing wil Mol het aandeel sociale woningen – wat momenteel op 4,44% ligt – stapsgewijs optrekken naar het Vlaams gemiddelde van 6,05%.

De Vlaamse overheid legde voor de verschillende gemeenten doelstellingen vast om tegen 2020 een aantal bijkomende sociale huur- en koopwoningen te realiseren. Voor onze gemeente gaat het om bijkomend 230 sociale huurwoningen, 94 sociale koopwoningen en 5 sociale kavels.

Deze cijfers vormen een grote uitdaging voor de Molse Bouwmaatschappij en De Ark. Beide sociale huisvestingsmaatschappijen ontwikkelen sociale huur- en koopprojecten in onze gemeente.

Samenwerken met privé

Naast het zelf aankopen van gronden behoort een samenwerking met private ontwikkelaars van grote verkavelingen en appartementsgebouwen tot de mogelijkheden om sociale woonprojecten te realiseren. Tot voor de gedeeltelijke vernietiging van het Grond- en Pandendecreet door het Grondwettelijk Hof was dit zelfs een verplichting voor grote verkavelingen en bouwprojecten.

Vanaf 10 loten of 50 appartementen

Het college van burgemeester en schepenen besliste onlangs om private verkavelaars en ontwikkelaars van appartementsgebouwen telkens aan te sporen om toch een 'sociaal aandeel' van 10% te voorzien in hun projecten.

Concreet gaat het over verkavelingen vanaf tien loten of vanaf vijf loten wanneer de oppervlakte van de verkaveling groter is dan een halve hectare. Voor nieuwe of herbouwde appartementencomplexen geldt deze regel vanaf 50 appartementen. De ontwikkelaars ontvangen deze vraag tijdens de vergunningsprocedure.

Voor elk dossier beslist het college van burgemeester en schepenen of er sociale huurwoningen, koopwoningen of kavels moeten gerealiseerd worden. De uiteindelijke realisatie van het 'sociaal aandeel' wordt toegewezen aan de Molse Bouwmaatschappij of De Ark.